Vader stoppel is op
studiereis naar India. Mee met Johan d'Hulster, bio-boer uit Schriek die
ginds een aantal landbouwprojecten begleidt, diens dochter Marie, en
Louis De Bruyn.
Wij posten de komende weken zijn indrukken en belevenissen.
(Eventuele taalfouten zijn de schuld van het querty klavier.)
Donderdag 24 jan.
Wij posten de komende weken zijn indrukken en belevenissen.
(Eventuele taalfouten zijn de schuld van het querty klavier.)
Donderdag 24 jan.
Na het dagelijks ontbijt op het dak en de yogales op het terras
bezoeken we de verloren tuin RAMA KABAH die onder impuls van Johan
gerestaureerd is. Men kan de tuin het best vergelijken met een
agro-forestery landbouwsysteem. 2 ha verdeeld in stukken van 1 tot2 aren
gepuzzeld tussen citrus- en mangobomem em heel wat jonge aanplantingen.
Het mantra van Johan is, zonder bomen geen landbouw. Er werken een
10tal werkers (mannen en vrouwen) die een eigen hierarchie hebben
opgebouwd. Ze krijgen een behoorlijk loon via Intach Belgie. Een
prachtig geheel. Ik vermoed dat het bij ons vroeger zo moet geweest
zijn.
's avonds zijn we naar de wekelijkse markt geweest aan de rand van
Khajuraho. Een stoffige zandvlakte met her en der bomem. Op de markt
komen de honderden boeren hun groenten verkopen, tenminste dat proberen
ze. 65procent van de Indiase bevolking leeft van de landbouw = ongeveer
600 miljoen. Het plein van ongeveer 1 ha is dan volgestroomd met
duizenden mensen uit de omgeving gemengd met koeien, honden, geiten.
Tussen de groentenverkopers tref je ook schoenlappepers, snoepkarretjes,
kan uw foto,s laten ontwikkelen, een brommer kopen, meel en graan,
allerlei soorten linzen en natuurlijk tjai krijgen. Opnieuw een niet te
overziene drukte, dat onverklaarbaar vreedzaam zichzelf regelt: het
leven zoals het is. We hadden ons laten lijmen door de hotelbediende om
naar een officiele traditionele dansvoorstelling te gaan, daar waren zo
goed als geen Indiers, een bevreemdende stijve bedoening. ( nu ik dit
schrijf stel ik vast dat dit waarschijnlijk in het vorig verslag reeds
gemeld is - maar ik laat het toch maar staan)
Vrijdag 25 januari
Na het ochtendmaal op het dak en de yoga moet Louis naar een
technische bespreking met Swatantra, de landbouwingenieur die het
project van de verloren tuinen leidt. Ik check de berichten in een
lokaal internethuisje (met 3 pc's). Hier moet je wel geluk hebben want
er niet altijd een aansluiting. (no elektricity sir) Alles is hier
draadloos, India heeft de fase van de kabel overgeslagen. Iedereen heeft
gsm en internet is draadloos.
In de namiddag bezoeken we het tempelcomplex in West Kharujaho. Voor
de ingang staan tientallen venters en kinderen met boekjes, postkaarten,
beeldjes van goden en van Gandhi. Daar moet je doorheen. Eenmaal binnen
de omheining zie je enkel nog Westerlingen, Japanners en Chinezen.
Prachtig bouwwerken, een en al beeldhouwwerk in gele zandsteen. Wij
begrijpen echter niets van de symboliek, de geschiedenis en de
hierarchie van de vele goden. Om een voorbeeld te geven: heel veel
bezoekers zijn nieuwsgierig naar de erotische beelden van parende goden
en godinnen maar het ontgaat hun dat de conceptie een van de zeven
heilige momenten zijn in een mensenleven.
's avonds zijn we uitgenodigd bij een familie waar Johan destijds
bevriend mee is geraakt. Terwijl de mannen palaberen maken de vrouwen in
een apparte kamer het eten klaar. Wanneer alles klaar is gaan wij aan
tafel: t'is te zeggen de genodigden, de familie zelf staat schroomvallig
opzij en kijkt toe dat alles goed verloopt. Dit is hier het gebruik.
Het eten is hier heel lekker, er wordt traditioneel met de de
rechterhand gegeten zonder vork, mes, lepel. Eventjes wennen. Na het
eten krijg je een beker water om je handen te wassen en met je natte
handen veeg je dan je gezicht af. Ook eventjes wennen.
Bij de gesprekken valt het me op hoe zwaar het hebben van dochters
is. De familie heeft bitter weinig maar zet alles wat maar moglijk nu
reeds aan de kant als bruidschat. Zonder bruidschat kan men zijn
dochters niet uithuwelijken.
Ook het land is een probleem. De grootvader had 12 ha en kon daar net
van leven. Nu is het verdeeld over zijn kinderen die elk 2 ha hebben en
zo een andere manier van overleven moeten zoeken. Zo is de man eerste 3
jaar straatventer geweest. Nu heeft hij in het voetpad een put gemaakt
en leeft hij van het wassen en elementair onderhoud van auto,s. Zelf
hebben ze geen auto noch brommer.
Het jongste zoontje droomt ervan een ster hiphop danser te worden en
veel geld te verdienen. Dit tot grote fierheid van de ouders. De
kinderen kunnen enkel basisonderwijs volgen. Gewoon leren schrijven,
lezen en rekenen. Middelbaar en hoger onderwijs is boven hun middelen.
Zo komt het dat de straten overbevolkt zijn van honderden mannen en
kinderen, zonder werk, eeuwig wachtend en uitziend om het een of ander
te verkopen. vb wc-papier voor de westerlingen. Ze zijn echter alltijd
vriendelijk, beleefd en vrolijk. Schijnbaar kennen ze geen zorgen en
wijten hun toestand aan het lot en de goden. Vandaar ook dat er in elk
huis, in elk kraampje, in elke toek toek een tempeltje staat of hangt.
Hun lot hangt af van de genadigheid van de goden. In india is alles een.
Zaterdag 26 januari
Na het ontbijt en de yoga vertekken met de alomtegenwoordige toek
toek, over de landwegen en dwars door enkele dorpjes van hutten en
stalletjes naar Rami Kabah. Wij, dit is Louis, Swatatra en ik. Johan en
Marie bezoeken ondertussen enkel landbouwfamilies. Er is in de tuin een
opleiding voorzien om een composthoop op te zetten. Het beging van de
cusus was om 11 uur voorzien maar om 13u is er nog maar een boer. Om
13u30 besluiten om maar te beginnen en als bij wonder komen er een groep
boeren opdagen. Als we goed en wel begonnen zijn met de demonstratie
zijn er 20 boeren. Een succes. Louis geeft uitleg, Swatantra vertaalt en
ik assisteer de boeren bij de uitvoering. Groot enthousiasme alom. Maar
wanneer Zwatantra op ,t einde vraagt wie dit wil toepassen thuis blijkt
niemand over koestront, hooi en stro te beschikken. De koestronten
worden hier opgeraapt, platgeplet en gedroogd voor de brandstof. Droog
gras en takken worden stelselmatig opgestookt. Het land wordt amper
bemest. De bodemvruchtbaarheid gaat dan ook stelselmatig achteruit.
Kunstmest maakt geleidelijk intrede. pijnlijk.
,s avonds met de toek toek, rammel de rammel terug naar huis. Het was
een mooie ontmoeting maar er is nog een hele weg af te leggen.
Het was vandaag ook Republic Day. Van 6u ,s morgens wordt je gewekt
door loeiharde hip-hop-indisch gedrum en dat houdt de ganse voormiddag
aan. Vanaf 8u, terwijl we ontbeten trokken de stoeten op. Hele rijen
schoolkinderen in kraaknet uniform, marcheren als echte militairen voor
en na praalwagens waarop de geschiedenis van India wordt uitgebeeld.
Daartussen jongeren op brommers luid toeterend, een halve fanfare, een
koe etc. In india is alles een. Heel aandoenlijk mooi. Hier weet men wat
LEVEN is.
Zondag 27 januari
Het is onze vrije dag. Na het ontbijt en de yoga huur ik een fiets en
trek er op m,n eentje op uit om enkele dorpen, oude tempels en de
dichtstbijzijnde bergen te bezoeken. Onderweg probeer ik wat te
schetsen. Probeer zeg ik, want als je ergens stopt of wandelt wort je op
slag omgeven door volk (vooral kindren) "Wich country,sir of what's
your name of visit tempel" enz. Het uiteindelijk doel is onveranderd
iets los te krijgen.
Onderweg, ook langs de landelijke wegen liggen massa,s vuil, vooral
plastiek. Alleen in stad is er vuilnisophaling; eerst komen wat vrouwen
met de rietbezem alles van straat vegen op hoopje en vervolgens komt een
aftandse tractor met kar om het grootste gedeelte op te laden. Dit
wordt dan buiten het dorp of de stad uitgekieperd. Wat blijft liggen in
stad wordt ter plekke opgestookt. Dikwijls s.avonds om zich wat te
warmen. Dag en nacht wordt er langs straat gestookt en zitten daar een
stel mannen rond. Vrouwen zie je niet zoveel op straat en kinderen die
zie je overal.
Wanneer ik terugkom maakt ik kennis met een smid die onder een
tentzeil langs de weg in een piepklein vuurhaardje, een aambeeld, een
kom water en moker een wat tangen prachtige beitels, sikkels en hakkers
maakt. Van zijn buurman krijg ik ondertussen tjai. Iedereen is in India
zeer vereerd met maar de minste belangstelling van een westerling.
Tegen de avond zoek ik een wasserette op om mij was te laten doen.
Een wasserette is een kraampje vam 1.5 op 1.5m met een tafel ervoor. Men
spreekt af wanneer men de was mag brengen, hoeveel het mag kosten per
stuk en wanneer men er terug om mag komen. De was wordt gedaan in vijver
naast de stad, een plaats waar ook nog "andere" noodwendigheden worden
gedaan. De strijk gebeurt op de tafel voor het kraampje met een
strijkijzer waarbinnen gloeiende kolen liggen. Het resultaat is een
kraaknette, vlekkeloos getreken was.
Maandagmorgen 28 januari
We vertrekken vanavond naar Banga, zo,n 150km verderop, midden het
platteland en ver weg van het toerisme. Dat is de reden waarom ik
vandaag mijn was laat doen en nog even mail. Het is niet zeker of we in
Banga zullen kunnen mailen. Als het niet lukt stuur ik een sms. Deze
namiddag gaan we een laatste maal naar Rama Kabach om wat uitleg te
geven over de kringlopen die het leven beheersen en zeker in de landbouw
aanwezig zijn. Het priciepe van de eeuwige kringlopen is voor de Indier
zeer herkenbaar; heel zijn zijn wordt erdoor beheerst.