vrijdag 28 september 2012

Good food march.




















Donderdag 19 september kwamen, vanuit alle windstreken van Europa, kleine boeren samen in het Jubelpark te Brussel. Zij waren met de fiets gekomen vanuit Griekenland, Polen, Roemenië, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Nederland, Frankrijk, Groot-Brittannië etc. Het tijdstip voor deze mobilisatie had te maken met de beslissende bijeenkomst van de Europese leiders omtrent het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) voor de periode 2014-2020. Voor het eerst in vijftig jaar Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid kan het Europees Parlement i.v.m. het toekomstige landbouwbeleid mee beslissen. De drie machten moeten dus de volgende maanden op één lijn komen: de Europese Commissie met haar voorstel tot landbouwhervorming, de Ministerraad van de 27 EU-landen en het Parlement. Het globaal landbouwplan houdt echter nauwelijks rekening met de noden van het kleine familiale landbouwbedrijf. Met de “Good Food march” wilden de kleine boeren de aandacht vragen voor een ander landbouwbeleid en voor gezond voedsel.
Wervel verwelkomde op woensdagavond op de bioboerderij De Kijfelaar de Nederlandse groep, en op donderdag trokken wij, Bart, Mathieu en ik, met de Wervelvlag, mee op in de mars rond de verschillende Europese gebouwen. Opvallende afwezigen waren de Boerenbond (of toch niet zo vreemd?), Bioforum en Landwijzer. Nochtans organisaties die opkomen voor de kleine boer. Er waren trouwens bijzonder weinig Vlamingen om onze Europese kleine boeren te verwelkomen na die toch lange fietstocht. Sterker nog, in de Vlaamse media kwam die optocht amper aan bod (1 gewone en 1 internet krant) terwijl het in de overige Europese landen heel wat aandacht kreeg.(5 radio-uitzendingen, 9 tv-journaals en maar liefst 56 krantenartikels) Vlaanderen ligt niet wakker van de problemen in de kleinschalige landbouw, of hebben we alle hoop op een kleinschalige biodiverse landbouw opgegeven?
Er was een grote delegatie van de vereniging Novissen uit Abbeville om te protesteren tegen de geplande “koeienfabriek” van 1000 melkkoeien en 750 kalveren met daaraan verbonden een methaanproductie om 40.000 drijfmest uit een straal van 110km te verwerken. Een opeenhoping van 1750 dieren in besloten loodsen, in hoofdzaak gevoederd soja, maïs uit Zuid Amerika en Afrika (en nooit het verse gras zullen proeven) en antibiotica om een epidemie te vermijden . Er zouden maximaal 10 arbeiders tewerkgesteld worden. Een project van een “ondernemer” uit Pas de Calais. De omliggende gemeenschap dreigt volledig ontwricht te worden. Nu al loopt de omgeving leeg, bang voor de vervuiling van grondwater, bodem en de verwachte geurhinder. Waar zal men de duizenden liter water per dag halen? etc.. Een monsterbedrijf vlakbij de grens en niemand, ook de boerenbond niet heeft daar enige aandacht voor. Vlaanderen ligt inderdaad niet wakker van de snel groeiende industrialisering van de landbouw noch van de gevolgen daarvan voor mens en milieu.
De optocht rond de verschillende Europese gebouwen was ludiek en vooral gemoedelijk. Voor de massaal opgetrommelde politie was het een leuke vakantiedag. Na de mars werd er op het Luxemburgplein voor het Europees parlement verzameld voor een actie-brunch. Tijdens de brunch kwamen één voor één de afgevaardigden van de diverse boerengroepen op het podium om kort hun verhaal te doen over de voor sommigen zeer lange fietstocht. Pakkende verhalen waaruit vooral veel moed en, ondanks alles, hoop uitsprak.
Vervolgens kwam de politiek aan het woord: Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement, Isabel Durant en José Bové die als Europarlementleden oppositie voeren tegen het geplande nieuw landbouwbeleid en ten slotte Carlo Petrini namens Slow Food die deze optocht en bijeenkomst mede organiseerde. De toespraken werd afgerond met een rechtstreekse videotoespraak van VN-rapporteur Olivier Deschutter. Vanuit de vaststelling dat tegen 2050 meer dan 95% van de bevolking in de steden zal leven, de wereldbevolking hoogstwaarschijnlijk tot 12 miljoen mensen zal aangegroeid zijn, de landbouwgronden onder druk van die verstedelijking, de industrialisatie en vooral de vervuiling zal afgenomen zijn toonde hij de noodzaak aan voor een totaal andere landbouwbeleid. Een beleid waar voedselsoevereiniteit centraal staat, voor een landbouw geënt op de lokale omgevingsfactoren en cultuur, voor agro-ecologie zonder chemie of gewasmanipulatie en vooral een beleid met respect voor de arbeid van de lokale (kleine) boer en boerin . Kortom het tegenovergestelde van de voorstellen van de commissie.
Om 15u mochten 7 afgevaardigden van de kleine boeren de zitting in het Europees Parlement openen. Hier opnieuw pakkende getuigenissen van gewone boeren en boerinnen die 365 dagen per jaar met de zorg om de grond en hun dieren bezig zijn. Hun bezorgdheid om de kwaliteit van hun gewassen ook al ligt de kwantiteit daardoor lager. Hoe ongelijk de strijd is met de agro-industrie, hoe dorpen leeglopen, kortom een geluid dat men aan de Europese ronde tafel niet gewoon was, namelijk een relaas vanuit het hart.
Na deze getuigenissen kwamen de rapporteurs van de diverse commissies aan het woord. Met gebruik van het geijkte vakjargon stelden ze één voor één hun besluiten voor: Europa kan niet anders dan kiezen voor grootschalige industriële landbouw wil ze tussen de andere wereldspelers nog enige betekenis hebben. Over het alternatief, zoals Olivier Deschutter het formuleerde en het in de aanbevelingen van het IAASTD geformuleerd staat, geen woord. Een kaakslag voor de aanwezige boeren en boerinnen.
Wij hebben dan ook het aangekondigde debat in het parlement niet meer afgewacht. Pas nu begrepen we de opmerking van een euroambtenaar die tijdens de brunch naar ons toekwam met de laconieke mededeling dat onze actie geen zin had gezien het nieuw globaal landbouwplan zo goed als definitief vast lag. Hij had gelijk, als men het puur verstandelijk bekijkt. Vanuit het hart, het hart van José Bové, van O. Deschutter en vooral van de kleine boeren niet. Zelfs al wordt dit plan vanuit de logica van het vrijmarktdenken er doorgedrukt, we kunnen niet genoeg en aanhoudend weerstand bieden tegen zoveel onrecht. Is dit niet de bestaansreden van Stoppel?